Advent
Vol verwachting klopt ons hart!
gepubliceerd: donderdag, 10 december 2020
De Adventstijd roept ons op om ‘waakzaam’ uit te zien naar de geboorte van het Kerstkind in de stal te Bethlehem. Als er iets is dat wij de voorbije maanden dag na dag hebben gehoord, is het wel dat wij op onze hoede - dat wij dus 'waakzaam' - moeten zijn. Wij weten immers niet waar en wanneer het coronavirus kan toeslaan, met alle gevolgen van dien.
Maar ook zonder het virus zijn het woorden die wij heel dikwijls horen en in allerlei varianten gebruiken: “Let op! Pas op! Wees voorzichtig!” “Vergeet niet de deur te sluiten wanneer je ’s avonds alleen thuis bent!” Regelmatig zeggen of horen wij zulke bezorgde waarschuwingen: “Wees waakzaam!”
Waakzaamheid
In de Bijbel staat een mooi verhaal over ‘waakzaamheid’. Het is het verhaal van de vijf verstandige en de vijf domme bruidsmeisjes. (Mattheüs 25, 1-13) Jezus vertelt het verhaal over de vijf meisjes die met hun lampen op de bruidegom moeten wachten, maar er geen rekening mee houden dat die lampen óók voldoende olie nodig hebben om te kunnen branden. Wanneer de bruidegom aankomt, kunnen zij hem niet bijlichten en mogen zij de feestzaal niet binnen.
De boodschap die Jezus hiermee wil weergeven, is dat, - wanneer wij het échte en waarachtige leven willen bezitten, zoals God dat ons allen toewenst (het bruiloftsfeest), - dat wij dan waakzaam moeten zijn. Die waakzaamheid komt tot uiting door het feit dat wij steeds voldoende 'olie van goedheid' moeten bezitten om het licht van de goddelijke liefde en vrede te laten doorschijnen in heel ons leven, in ons doen en denken, opdat wij vervolgens een 'lichtend voorbeeld' kunnen zijn voor de ander.
Lichtend voorbeeld
Wij kunnen een ‘lichtend voorbeeld’ zijn voor de ander door ‘goed’ te zijn voor hem of haar, door aandacht te hebben voor onze medemens, door te luisteren naar de ander. Maar eerlijk gezegd is dat toch eigenlijk niet zo heel bijzonder, omdat wij dat ook buiten de Adventstijd moeten doen; altijd en overal!
De Adventstijd is veel méér! Natuurlijk is het ook het verlangen naar het komende Kerstfeest; het verlangen naar het samenzijn met je naaste(n), het familiefeest. Echter, dit jaar zal dit familiefeest niet op zo'n manier kunnen doorgaan zoals wij dat gewend zijn vanwege de beperkende coronamaatregelen.
Toch mogen wij ons verlangen naar Kerstmis daardoor niet laten verslappen of beperken omdat wij als familie niet kunnen samenkomen. Immers, Kerstmis is geen louter gezellig (en vaak overladen) familiefeest, maar het is hèt feest dat God als mens onder ons is komen wonen. God zelf is zichtbaar geworden in deze wereld: in zijn Zoon Jezus wordt God geboren hier op aarde. En wat daarbij het belangrijkste is, is dat Hij opnieuw geboren kan worden in óns hart; Zijn goedheid en liefde kan in óns mensen zichtbaar worden voor de ander.
Vruchtbaar Kerstfeest
Misschien kan dit jaar het Kerstfeest wel eens het meest ‘vruchtbare Kerstfeest’ worden sinds jaren, omdat wij niet worden afgeleid door allerlei praktische zaken rondom boodschappen doen, het voorbereiden van het Kerstdiner, eet.: allerlei zaken die vaak onze aandacht op zo’n manier opslokken dat de ware zin van het Kerstfeest aan ons voorbij gaat. Dit jaar kunnen wij daadwerkelijk tijd vrij maken om ons te 'verwonderen' over de wonderbare geboorte van het Kerstkind in de stal te Bethlehem.
Met Kerstmis wordt de ‘Vredevorst, de Redder van de Wereld’ geboren. En juist met deze ‘vrede’ en ‘redding’ mogen wij actief bezig zijn in de Adventstijd. Het is de ‘redding’ en de ‘vrede’ die tot uiting kan komen als onze aandacht niet alleen uitgaat naar onze naasten, maar nóg meer
naar mensen in nood.
Door de coronacrisis zijn er meer mensen dan ooit op zoek naar ‘redding’ en ‘vrede’ in hun leven: mensen die in armoede ploeteren en het financieel niet meer rond kunnen breien. Maar ook is er de armoede van de eenzaamheid, de wanhoop, de onzekerheid, de ziekte, de handicap, de kansloosheid en van nog zoveel meer dingen die het leven vreselijk moeilijk kunnen maken.
Verwachting
“Vol verwachting klopt ons hart!” Deze woorden horen bij het Sinterklaasfeest, maar zijn óók passende woorden voor de Advent. In deze tijd mogen wij waken over onze medemens, ons hart laten kloppen en spreken voor onze naaste, voor mensen die het hard nodig hebben.
Mogen wij voor al deze mensen een 'reddende engel' zijn. Wanneer wij dat doen in de tijd vóór Kerstmis dan kan vervolgens het èchte en waarachtige leven van het Kerstkind zich openbaren in ons hart, wat zijn uitstraling heeft naar de ander toe.
Dan wordt het voor ons allen een Zalig en Gezegend Kerstfeest !
Kapelaan Harold van Overbeek