Wat er speelt rond de overplaatsing van je pastoor
gepubliceerd: donderdag, 12 november 2020
foto: Cottonbro / Pexels.com
Rond nieuwe benoemingen van priesters klinkt in de regel geklaag. Waarom worden priesters eigenlijk van tijd tot tijd overgeplaatst? Welke dilemma’s spelen hierbij, en wat kunnen we hierin leren van andere delen van de Wereldkerk?
Voor veel kinderen betekent het nieuwe schooljaar een overgang naar een nieuwe groep en een nieuwe leerkracht. Dat is spannend. In Nederland begon op 1 september ook het nieuwe pastorale jaar – niet zelden met een pastoorswisseling. Worden onze tradities in de parochie voortgezet? Komt er een nieuw elan? Dat zijn vragen die leven bij vele betrokken katholieken.
Fusies en sluitingen
Men spreekt – soms ten onrechte – over priestertekort. Wie de gemiddelde leeftijd van onze kerkgangers en de vitaliteit van onze geloofsgemeenschappen bekijkt, kan niet anders concluderen dan dat er vooral een tekort aan gelovigen is. Het betekent dat parochies zullen moeten samenwerken en vaak ook fuseren; en dat het onvermijdelijk is om kerkgebouwen te sluiten, , hoe pijnlijk dat ook is.
Onmisbaar
Een parochie heeft een priester nodig als bedienaar van de sacramenten, in het bijzonder de Eucharistie, en tevens als leider van de missionaire gemeenschap, want Christus leidt zijn Kerk. Om die formele reden is een priester als pastoor voorzitter van het kerkbestuur, ook al is het verstandig om veel zaken te delegeren.
Gelovige en gekwalificeerde lekenmedewerkers dragen de Kerk en zijn onmisbaar, maar vaak zijn ze ook nogal schaars. Bovendien moet het ook een beetje ‘klikken’ tussen de pastoor, zijn naaste medewerkers en de parochie: enige acceptatie en waardering door de oprecht kerkelijk betrokken parochianen, enige arbeidsvreugde voor de priester.
Heilig, helder en hartelijk
In de regel blijkt een parochie juist dan toekomst te hebben – en jongeren te kunnen boeien – wanneer ze voldoet aan drie criteria:
Heilig
Een mooi en waardig gebouw, een sacrale en stijlvolle liturgie, momenten van stilte en aanbidding.
Helder
Verkondiging en catechese die bijbels en kerkgetrouw zijn: dat betreft de preek, de kindernevendienst, de sacramentenvoorbereiding en een gevarieerd vormingsaanbod.
Hartelijk
Frequente ontmoetingen in de parochiezaal, met lekkere koffie en voldoende kinderspeelgoed, gevarieerde ontmoetingsmomenten voor alle leeftijden; kortom, voorwaarden voor een ‘netwerk-Kerk’, een onmisbaar contact met ‘soortgenoten’. Dat is het ideaal.
Paus Franciscus schreef in augustus 2019 een mooie brief voor de 160e geboortedag van Jean-Marie Vianney, de heilige pastoor van Ars en patroon van de priesters. We lezen daarin: “Wat mooi wanneer een bejaarde priester zich omgeven weet en bezoek ontvangt van mensen die nu volwassen zijn, die hij als kind heeft gedoopt; en die in dankbaarheid hem hun gezin komen laten zien.”
Geestelijk vaderschap van de priester
Menig priester zal deze tekst appreciëren, maar hem ook wat romantisch vinden. De pastoor die een kwart eeuw of langer in een parochie blijft en de mensen begeleidt van de wieg tot het graf, lijkt nagenoeg verleden tijd. Wel worden er vanuit jongerenactiviteiten en ‘bewegingen’ gelukkig soms langlopende contacten met priesters en met elkaar gecultiveerd– ook al is de priester in kwestie al lang overgeplaatst. De paus verwoordt hier iets wezenlijks over het ‘geestelijk vaderschap’ van de priester.
Heel verschillende belangen
Iedereen beseft dat er rond de priesterlijke bediening in onze parochies heel verschillende belangen met elkaar concurreren. Een bisschop heeft de zware verantwoordelijkheid om, verspreid over zijn hele bisdom, adequate zielzorg voor oud en jong te garanderen. De structuur van regionale parochies met een eigen kerkgebouw gaat vooral terug op een plattelandssamenleving, terwijl steeds meer mensen in steden zijn gaan wonen. Bovendien kiezen praktiserende katholieken tegenwoordig vaak de parochie van hun voorkeur, die lang niet altijd de kerk in hun wijk of dorp is.
Geklaag over benoemingen
Fusieparochies zijn omvangrijk en kennen vaak heel verschillende ‘bloedgroepen’, wat sympathiek kan zijn. Maar het is moeilijk om daaraan op prettige en overtuigende wijze leiding te geven. Veel priesters missen managementkwaliteiten – dat is geen gebrek vanuit hun opleiding, het is een taak die velen niet beoogden toen zij ervoor kozen om priester te worden. Kortom, er is veel geklaag rond nieuwe benoemingen.
De bisschop beschikt van zijn kant over een heel beperkt aantal beschikbaar priesters. Het kerkelijk wetboek zegt: “Een pastoor dient stabiliteit te bezitten en dient derhalve voor onbepaalde tijd benoemd te worden” (CIC 522). Het voegt daaraan toe dat er omstandigheden kunnen zijn waardoor die tijd beperkt mag worden.
Werken in een team is niet iedere priester op het lijf geschreven. Talenten en zwakheden zijn verschillend. Sommige priesters willen graag in een kleine gemeenschap met anderen wonen, bidden en eten, anderen schrikt dit juist af.
Veilige basis
Een harmonisch priesterlijk gemeenschapsleven en een ontspannen contact met gezinnen blijkt in de regel een veilige basis te zijn voor een evenwichtige beleving van het celibaat, in een maatschappij waar verwarring in relaties hoogtij viert en veel psychische schade aanricht.
Een priester die echt pastoraal nabij is en managementcapaciteiten heeft, dat alles verenigd in één persoon: het lijkt een utopie, waardoor priesters overvraagd worden. Zo’n priester heeft gehoorzaamheid aan zijn bisschop beloofd, maar overspannen pastores zijn moeilijk inzetbaar en missen zelf arbeidsvreugde, wat niet het doel van hun roeping mag zijn. Iedereen ziet: de dilemma’s zijn talrijk.
De wereldkerk als toetssteen
Iedere parochie, klein of groot, heeft een eigen traditie, elk bisdom heeft zijn specifieke geschiedenis. Ondanks veel mediacontacten zijn Noord en Zuid in de Nederlandse Kerk sterk onderscheiden. Toch is het goed om de spanningsvelden in het oog te houden en de wereldkerk toetssteen te laten zijn voor ons eigen katholieke leven.