Geef er un kleurke aon
gepubliceerd: maandag, 17 februari 2020
Mensen die helemaal kleurenblind zijn, zijn beklagenswaardige mensen. Ze missen veel mooie dingen in de natuur. Bovendien: ze vangen niet de signalen op die kleuren ons kunnen geven. En kleuren hebben vaak een betekenis, of ieder geeft er zijn eigen betekenis aan.
Ik geeft wat voorbeelden. In Europa is wit de kleur van de blijdschap, in China is het de kleur van de rouw. In Nederland zijn veel moeders blij als ze een baby krijgen die een beetje gekleurd is, in Indonesië zijn de moeders trots met een witte, bleke baby. In Europa gaan de mensen graag in de zon liggen, zodat gebruind terugkomen van vakantie, in Indonesië gebruiken de mensen een parasol, want van in de zon lopen word je bruin/donker.
Nederland kleurt oranje bij voetbalwedstrijden of Koningsdag. Het geeft een gevoel van saamhorigheid; van een wij-gevoel.
Rood-wit-blauw is Nederland en Rood-wit zijn de kleuren van Brabant. Ook bij diverse concerten zie je dat een bepaalde kleur het saamhorigheidsgevoel versterkt. Concerto in rosso. Iedereen in het rood. Wij samen vieren feest. Ook gildes hebben hun eigen kleuren. Zo heeft ons sint-Jorisgilde bijvoorbeeld de kleuren rood-zilver.
Maar met kleuren kun je veel zeggen. Het staat soms natuurlijk symbool voor wat je denkt en voelt.
We kennen de kleuren van de voetbalclub. De kleuren van de politieke partijen; maar natuurlijk kunnen we ook rood staan en het blauw hebben van de kou, of een blauwtje hebben gelopen.
De tijd van het carnaval is weer aangebroken. Ieder heeft ook weer zijn beste en mooiste pakje uit de kast gehaald. En de huizen zijn weer versierd.
We maken lol en plezier en zien het leven dan met een gekleurde bril, en de wereld met andere ogen. Wij zien dan dat de wereld gekleurd is en dat er weinig is dat helemaal zwart of wit is. Er is weinig wat helemaal slecht of helemaal goed is. Daarbij, voor de een is wit een ideaal, voor de ander is dat zwart (black is beautiful is ook een uitdrukking). En in de ene situatie is het zus en in de andere zo.
In veel steden en dorpen zie je ook gezamenlijke kleuren. In Limburg heb je het traditionele rood, geel en groen. Want dat zijn de kleuren van de vastelaovend zoals men daar het carnaval omschrijft:
- In Oeteldonk zijn de kleuren Rood-wit-geel.
- In Kruikenstad zijn de kleuren oranje-groen.
- In Lampengat zijn de kleuren oranje-blauw
- In Knollevretersgat zijn de kleuren geel-blauw (en op carnavalsmaandag zie je deze kleuren door mijn vriendengroep gedragen in Asten).
- Bij de Houtse Kluppels hebben ze wit-blauw en in Helmond hebben ze zelfs zes kleuren: zwart, wit, geel, blauw, rood en groen.
Kleur bekennen wil zeggen dat we er voor elkaar zijn, elkaar helpen met elkaar plezier maken, elkaar ondersteunen misschien ook door moeilijkheden heen. Maar ondanks dat we in Nederland zeggen “tolerant” te zijn; zijn veel mensen bang om kleur te bekennen. Bang over wat we denken en menen. Bang om buiten de boot te vallen en dat willen we niet.
Maar als we allemaal nu eens kleur zouden bekennen dan is er ruimte voor iedereen, hoe hij of zij ook is. Dan ga je niemand veroordelen, hoe een rare vogel hij of zij misschien ook is.
Laten we dus kleur bekennen! En dan in de kleuren van de Astense gemeentevlag: wit –rood -geel.
- Het wit als het symbool van vrede, de hoop dat carnaval nooit verloren gaat; dat het steeds weer mag zijn dat mensen ook niet de hoop verliezen dat er geen uitweg is.
- Het rood dan van onze liefde, liefde natuurlijk voor het carnavalsfeest. Maar het staat ook voor het leven van Jezus, zijn liefde en zijn lijden.
- Het geel, de kleur van het goddelijke, van het feesten, van de vriendschap, want we moeten vrienden zijn voor elkaar.
Wit, rood, en geel: het zijn niet alleen de kleuren van de carnaval, maar het moeten de kleuren van ons allemaal moeten zijn.
Ook onze parochie probeert, in de voetsporen van Jezus, een plek te zijn waar ieder van ons zich thuis mag voelen; ieder op zijn of haar eigen manier. De een heeft zijn plaats gevonden de ander is wat zoekende met soms veel twijfels. De een komt regelmatig in onze prachtige kerk en de ander wanneer men dat nodig vindt. Ieder maakt zijn keuze hoe hij of zij als gedoopte zijn geloof beleeft.
Van welke kleur je ook bent wees welkom! Onze kerk wordt vooral in het zuiden van het land in de volksmond een blije kerk genoemd. Daar mogen we trots op zijn, blije mensen mogen zich ergens thuis voelen, vooral hier in onze parochie, waar we samen kerk willen zijn in de vele facetten van het leven. Bij vreugde en verdriet, als we iets te vieren hebben. Laten wij maar kleur bekennen naar buiten toe dat we vanuit ons geloof mogen werken aan Gods koninkrijk. Dat we samen verantwoordelijk willen zijn voor onze parochie.
Als we dus zó kleur bekennen dan wordt het zeker een goede carnaval en dan komt iedereen ook in de kerk weer terug om het af te sluiten. Want ook Aswoensdag (om 19.30 uur) hoort er bij!
Tot ziens!!
Uwen herder, pastoor Pieter Scheepers