Opstekertje
gepubliceerd: woensdag, 18 december 2019
Met kerstmis vieren wij dat God mens is geworden en als kind in ons midden is gekomen. Daarom is ons eerste woord een wens voor alle kinderen: dat ze mogen opgroeien in huizen en scholen waar waardering is voor elkaar, warmte en genegenheid.
Alle kinderen wensen we ouders toe en opvoeders die aandacht hebben voor het kleine en zwakke en dat zij aldus mensen van vrede worden. En tegen alle kinderen zeggen we ook: “Let maar op Jezus’ woorden en je brengt het ver”. Let op Hem, en volg Hem dan word je misschien geen idool maar wel een ster, een lichtje voor anderen. Dat wensen we alle kinderen van harte toe.
Ons tweede woord is voor alle jonge mensen, die geen kind meer zijn, maar ook nog niet volwassen. Die soms met zichzelf in de knoop zitten, die nog geen goed raad weten met de liefde en voor wie geloven nog ver en moeilijk is. Hen wensen wij toe: laat je niet verleiden tot eigenbelang, goedkoop vermaak en verdovende welvaart. Zie mensen te worden met idealen, spring eerbiedig om met het leven, wees zuinig op elkaar en draag zorg voor de toekomst, die God aan jullie toevertrouwt. Alle jonge nog zoekende mensen wensen wij toe dat ze de weg van Jezus zullen vinden, geen gemakkelijke weg, maar wel een weg naar vrede.
En alle grote mensen wensen wij een zalig kerstfeest. U allen, mannen en vrouwen die samen door het leven gaat, wensen wij - in het spoor van Maria en Jozef toe: aanhankelijkheid en eerbied voor elkaars gevoelens en trouw in goede en kwade dagen.
Trouw aan elkaar en trouw aan de kinderen, die lastige lieve jeugd, die aan U willen zien wat liefde is en bij U willen ontdekken wat geloven betekent. Zalig Kerstfeest voor alle vaders die herder zijn, alle moeders, die engelen van mensen zijn.
Maar eveneens een zalig kerstfeest voor allen die alleen staan, mensen die ongehuwd zijn gebleven, soms gewild maar bijna altijd ongewild, met alle pijn van dien.
En zij die hun levenspartner zijn verloren door de dood of gescheiden zijn, met alle verdriet en problemen die dat met zich meebrengt. U allen wensen wij zalige mensen toe die echt met je meevoelen, voor wie een half woord genoeg is, die bij je in de buurt blijven en laten merken dat ze je niet kunnen en willen missen.
Een zalig Kerstfeest voor alle oudere mensen, aan wiens inzet wij zoveel te danken hebben. Aan allen, die soms ondanks de kwalen van de oude dag blijven lachen en blijven luisteren naar hun kinderen en kleinkinderen.
Vaak horen we hen zeggen: “de mensen hebben het beter dan vroeger, maar ze zijn minder tevreden”. En inderdaad zij leken op de arme herders, wij intussen op de rijke koningen. Dat de welvaart ons niet blind mag maken voor elkaars welzijn. Dat kunnen wij leren van oud en wijsgeworden mensen. Dankbaar wensen wij hun een zalig kerstfeest.
En tegen alle mensen die er in onze wereld onderdoor gaan, honger lijden, dakloos zijn, zeggen wij: blijf ons wakker houden met al dat slechte nieuws, zodat wij als christenen telkens weer worden uitgedaagd goed nieuws te brengen in naam van God.
Ook tegen alle zieke mensen zeggen wij: zalig Kerstfeest. Met U hopen wij op betere tijden en we beloven voor U te bidden om kracht van boven en de troost van een paar lieve mensen.
Moge de vrede van Kerstmis geen wapenstilstand blijken te zijn. Moge de saamhorigheid van Kerstmis iets worden van alledag ten bate van allen. Alle mensen die hieraan blijven werken en dus van goede wille zijn wensen wij een zalig kerstfeest.
Heel bijzonder zij die in gelovige trouw onze kerk gaande houden en van onze kerkgebouwen voortdurend een plaats maken van gebed en inspiratie. In al die mensen van goede wil brandt Gods licht, en daar moet je Hem zoeken.
In onze parochies brandt Gods licht: in onze koren brandt licht, in de werkgroep voor zieken en alleengaanden, in de mensen van werkgroepen rondom Communie en Vormsel, in degenen die al ons koper poetsten, onze kerkhofploegen en in vele anderen werkgroepen die onze geloofsgemeenschap mee dragen en levend houden.
Er brandt ook licht in mensen die zich buiten de kerk blijven inzetten voor de samenleving, niet ophouden te ‘knokken’ voor gerechtigheid.
Er brandt licht in degenen die zeggen: ‘We bellen tante: of ze met Kerstmis wil komen, anders zit ze zo alleen’.
Pastoor Pieter Scheepers