De volgende stap
Arnold Spijker over pelgrimeren
In deze editie loopt onze pelgrim Arnold Spijker een deel van de Sint Franciscus-Route of “Camino di Francesco” naar Rome…
Toen Citta di Castello opdoemde leek het me een andere wereld: een magische, middeleeuwse sfeer. De oude stad wordt nog grotendeels omringd door de stadsmuren uit 1500. Onze accommodatie voor twee nachten ligt in het oude centrum van Città di Castello. Een plek waar de tijd lijkt stil te staan. Neem de plaatselijke markt, of de vrouw die met ons meeloopt en haar winkeltje onbeheerd achterlaat. Het lijkt er nog te kunnen.
La Verna
De volgende dag bezoeken we het klooster La Verna, gelegen op de gelijknamige berg waarop Franciscus de stigmata (wondtekenen van Christus) ontvangen heeft. Uit deze periode stamt het kerkje Santa Maria degli Angeli en de kluizenaarscellen van Franciscus en zijn medebroeders. Hier omheen zijn in de loop der tijd vele kloostergebouwen gebouwd.
Città di Castello, gelegen op een kleine heuvel in de Upper Tiber-vallei, is een gemeente waar zo’n acht eeuwen geleden St. Franciscus regelmatig kwam. Ongeveer vier kilometer van Città di Castello, verborgen achter de heuvel van Sant'Angiolino, rechts van de Tiber, vinden we de Convento di Buon Riposo waar St. Franciscus verbleef.
Pijpenstelen
De volgende ochtend is de weersvoorspelling rampzalig. Meer dan 19 mm regen! Daar 29 km in wandelen? Het giet pijpenstelen als we naar buiten kijken. Maar tijdens een pelgrimswandeling overkomen je meermaals ‘wonderen’. Dingen die je plotseling, kennelijk zomaar uit het niets, aangeboden worden. Zo mogen we vandaag een stukje met een auto meerijden. We korten daarmee een klein stukje van de te lange route in.
De chauffeur stopt bij een afslag en wijst ons waar het pad verder gaat. Het plenst inmiddels gigantisch. Hij heeft duidelijk medelijden met ons. Hij wenst ons het beste en zegt: “I will pray for you”. Dat kunnen we onder deze bizarre omstandigheden goed gebruiken.
Het door de regen smerige grindpad begint stijgend. Puffend werken we ons naar boven. Het is stil en rustig in deze omgeving. Hier en daar een verdwaald huis of iets van een boerderij. Onze regenkleding maakt het meeste lawaai. Zit er straks een kopje koffie in? We hopen het. De routeaanduiding is perfect hier. We hoeven geen enkele keer de kaart of routebeschrijving te pakken.
Pieve de Saddi
Tegen alle voorspellingen in is het droog geworden. Ik denk dat dat bidden toch geholpen heeft! Met de paarden van Franciscus dolen we door de vlakten van de Tiber-vallei naar de suggestieve Pieve de Saddi (572 m), één van de eerste christelijke gemeenschappen in het Hoge Tibergebied (3e eeuw n.Chr), die op een hoogvlakte ligt.
Zo rond de middag verwachten we daar te zijn. Wat treffen we hier? Het blijkt een gat te zijn. Twee of drie huizen en een kerk. De kerk blijkt nog gesloten ook en pas 1 mei weer open. Geen koffie dus. Wel een verrassing. Er staan een paar oude groene plastic stoeltjes buiten. Daar zijn we op deze pittige tocht heel blij mee. Wat kan een mens soms blij zijn met weinig. Ik vind dat zelf ook één van de mooie kanten van pelgrimeren. Je hele perspectief verschuift. Hoe je tegen dingen aankijkt, hoe je dingen ervaart.
Pietralunga
We installeren ons voor de lunch. Op zo’n tocht zorgen we altijd voor een lunch. Meestal kopen we vooraf in een dorpje wat broodjes, of we vragen het B&B of hotelletje om een lunch. Na onze lunch ploeteren we verder. Een huiverende afdaling door de vallei en een steile klim tussen de weelderige Umbrische heuvels om in drie uur een andere verplichte stop voor de pelgrim langs het pad van Franciscus te bereiken: Pietralunga (566 m), bovenop een heuvel en ondergedompeld in het groen van de bossen van de Apennijnen.
Pietralunga is plotseling toch weer een redelijke plaats. Een belangrijke stop op de veelvuldige bedevaarten van Francesco van Assisi naar Gubbio en La Verna. Volgens de traditie sliep Franciscus meestal in een parochiekerk niet ver van het stadscentrum. Wij doen het met een Agritourismo, waar je nog contact kunt hebben met het authentieke Italië.
Authentiek; dat wil echter ook zeggen, vaak bloedheet, soms kletsnat.
Arnold Spijker
(dit artikel is overgenomen uit het (deel-)parochieblad ‘Angelus’ van december 2019)