De volgende stap
Stappen naar Stilte
Wat lijkt dat al lang geleden. Maastricht; heerlijk zittend in het zonnetje onder de gele parasolletjes buiten op straat. Maastricht, als tussenstop op weg naar het vliegveld. We vliegen naar Porto. In Porto blijven we een aantal dagen. Porto; een geweldig mooie stad. Eindelijk komt het ervan. Deze keer gaan we met een kleine groep op pelgrimstocht naar Santiago. Er zijn altijd meerdere pelgrimswegen. Deze Caminho Português naar Santiago start vanuit Portugal.
Op de eerste dag van onze pelgrimage is er een plaatselijke, kerkelijke zegening gepland. Ik vind het een mooi symbool. Zoiets hoort toch een beetje bij pelgrimeren. Ik verwachtte een oude man die langs zou komen. Wat een verrassing: een jonge pastoor. Dat valt ons wel vaker op in Portugal, Italië en Spanje. De katholieke kerk lééft daar nog.
Ik erger me ‘blauw’. Onder de Mis een hele tijd het geklets van vrouwen. Moet dat nou echt, al dat kletsen? Kan dat niet even wachten tot na de Mis. Ik vind dit weinig respectvol. Het irritante geklik van de camera’s overstemde het sacrale moment in de kerk. Het maken van de foto’s leek belangrijker dan het moment zelf. Dat toestel, als een blok beton tussen fotografen en beleving. In feite stoort het ook een stuk van mijn eigen beleving.
Pelgrimeren staat voor mijzelf voor beleven. Ik krijg het gevoel dat zoiets lastiger is als je in een groep gaat. Ieder met z’n eigen rugzak, letterlijk en figuurlijk. Ieder met z’n eigen reden en z’n eigen verhaal. Na de mis krijgen we onze eerste stempel van de pastoor. Tijd om te vertrekken.
Onderweg passeren we regelmatig pelgrimsplekken. Trappen die naar boven leiden. Dit omhoog gaan is als symbool om je dichter bij de Heer te brengen. Regelmatig kijk ik eens even daarboven. De Heer zag ik er niet, wel veel devotie.
Op de Caminho komen we veel mooie kerken tegen. Uiteraard bezoeken we die zoveel mogelijk. Vaak is er ook een pelgrimsstempel te krijgen. Ik zorg er voor regelmatig even alleen te zijn. Want, dat babbelen van onze groep, er lijkt geen eind aan te komen. Welke bordjes er ook staan, het maakt niets uit. Uitdrukkelijke verzoeken om stilte. Ze blijven maar babbelen. Je vraagt je af: Waarom ga je eigenlijk? Je bent niet verplicht naar binnen te gaan. Is het dan als je gaat zo moeilijk even stil te zijn? Mensen lijken bang te zijn voor stilte. Bang voor heel even niets. Even bij jezelf. Bidden. Mediteren. Kennelijk worden mensen er nerveus van, terwijl pelgrimeren voor een deel ook oefenen is om een stap naar stilte te maken. Gelegenheid voor introspectie. Soms tijd voor juist helemaal niets.
Al deze kakelende kippen overspoelen de stilte. Horen zij het murmelen van de rivier, daar beneden? Horen zij het luiden van een klok? Horen zij op de achtergrond de dieselmotor van een tractor. Ik wacht maar even tot het groepje babbelaars een stukje verder gaat. Als het stil wordt, hoor ik plotseling ook de vogeltjes. Wat een verademing. Rust.
Ik krijg wel het gevoel, dat als je je pelgrimage echt als een meditatie wil lopen, je het best alleen of met z’n tweeën gaat. Ondanks de leuke aspecten die een groep heeft wordt je aandacht soms agressief weggezogen naar een gesprek en weggetrokken uit de stilte van het moment. Om te stappen naar stilte moet je volgens mij in je eigen maat en tempo lopen. Laat die babbelaars af en toe maar passeren en maak je eigen stappen in stilte.
Arnold Spijker
(dit artikel is overgenomen uit het (deel-)parochieblad ‘Angelus’ van april 2019)