Meditatie en bezinning
Voor de Goede Week
Met Palmzondag begint de Goede Week. De benaming Goede Week verwijst naar het heil dat alle mensen in de dood en de verrijzenis van Jezus wordt aangezegd. De Goede Week is de laatste week van de veertigdagentijd die voorafgaat aan Pasen.
Het doel van de Goede Week is de overweging van het lijden en sterven van Christus, te beginnen met zijn intocht als Messias in Jeruzalem op Palmzondag. Het lijdensverhaal van Christus staat centraal deze week, maar daarmee eindigt het niet. Jezus sterft vrijwillig op het Kruis. Zo zal Hij de weg vrijmaken naar het eeuwig leven bij God voor allen die in Hem geloven.
Meditatie en bezinning
Matteüs 5, 1-12
Bij het zien van de menigte ging Jezus de berg op
en zijn leerlingen kwamen bij Hem zitten.
Hij nam het woord en hield deze toespraak:
Gelukkig, die arm zijn van geest;
aan hun behoort het Rijk der hemelen.
Gelukkig die verdriet hebben;
zij zullen worden getroost.
Gelukkig die zachtmoedig zijn;
zij zullen het land erven.
Gelukkig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid;
zij zullen verzadigd worden.
Gelukkig die mild zijn;
zij zullen mildheid ondervinden.
Gelukkig die zuiver van hart zijn;
zij zullen God zien.
Gelukkig die vrede brengen;
zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Gelukkig die vervolgd worden om de gerechtigheid;
hun komt het Rijk der hemelen toe.
Gelukkig zijn jullie wanneer ze je uitschelden
en vervolgen en van allerlei kwaad beschuldigen omwille van Mij;
wees blij en juich: je zult ervoor beloond worden.
In de Bergrede zet Jezus uiteen wat God van Zijn mensen,
van u en mij verwacht,
wanneer we bij God welkom zijn.
Jezus zadelt ons daarbij niet op
met angst voor oordeel,
hel en verdoemenis;
Hij geeft ons richtlijnen
voor een gelukkige toekomst.
Laten we het Evangelie als een schijnwerper
op ons dagelijks leven richten
en overwegen we bij onszelf
wat God van U en mij, van ons verwacht
om te groeien naar Hem toe:
Jezus zegt:
Gelukkig ben je wanneer je arm van geest bent,
want dan hoor je in het Rijk van God thuis.
Bij God gaat het niet om de hoogte van je salaris
of je bankrekening. Je mag gerust rijk zijn.
Het gaat God niet om macht en aanzien,
al mag dat allemaal wel!
Welkom ben je bij God pas echt
als je de gesteldheid hebt van een arme,
als je ervan doordrongen bent,
dat je alles wat je hebt en wat je bent
gekregen hebt uit Gods hand.
Zijn we ons bewust van onze beperktheid
en afhankelijkheid van Gods goedheid?
Of zijn we een branie, die alles kan en alles weet
en die niemand nodig heeft?
Jezus zegt:
Gelukkig ben je wanneer je verdriet kunt hebben
over alle ellende in de wereld.
Je zult getroost worden!
Je mag gerust lachen en van het leven genieten.
Natuurlijk! Maar gelukkig ben je pas echt, als je
de realiteit van de wereld niet uit het oog verliest.
Als je bij al je vreugde
er nog door geraakt kunt worden,
dat zoveel mensen, broeders en zusters van je,
honger hebben, verdrukt en achtervolgd worden,
dichtbij en veraf.
Als je oog hebt voor mensen
die aan echt leven niet toekomen.
Raakt de nood
van zoveel ellende en verdriet ons nog?
Of lopen we om het leed van anderen heen.
Steken we onze kop in het zand
en doen we net alsof het er niet is?
Jezus zegt:
Gelukkig ben je als je een milde mens bent,
want je zult het land bezitten.
Je moet jezelf heel stevig in de hand hebben
om goed te kunnen leven.
Je moet opkomen voor jezelf.
Maar gelukkig ben je pas echt,
als je je hart openstelt en je je naaste,
met al zijn ups en downs, daarin toelaat;
uitnodigend, vriendelijk
en vol ruimte voor ontmoeting.
Hebben we begrip voor de ander,
voor hun leven, voor hun gedrag,
ook als het totaal anders is? Kunnen we
iets door de vingers zien van anderen?
Mag de mens naast mij, zijn die hij of zij is?
Jezus zegt:
Gelukkig ben je als je hongert en dorst naar gerechtigheid,
want je zult verzadigd worden.
Je leeft met anderen samen;
je moet je medemensen eerbiedigen,
respecteren en hun rechten erkennen.
Maar je bent pas echt gelukkig,
als je God eerbiedigt en Hem respecteert
en Hem recht wilt doen.
Als je de geboden in acht neemt
en ervoor zorgt dat Gods wil gedaan wordt.
Werken wij mee aan de rechtvaardigheid
in de wereld om ons heen?
Gaat het om ons eigen "Ik"
of willen we Gods wetten proberen na te leven?
Jezus zegt:
Gelukkig ben je als je barmhartig bent,
want dan zul je ook barmhartigheid ondervinden.
Je hoeft niet alles te slikken wat mensen je aandoen,
je hoeft niet over je te laten lopen.
Maar je bent pas echt een gelukkig mens
als je anderen altijd weer vergiffenis wilt geven,
ja zelfs tot zeven maal zeventig keer toe.
Dan zal ook God jou telkens weer opnieuw
accepteren en vergeven.
Wordt onze omgang met anderen
beheerst door wantrouwen en achterdocht?
Gaan wij er van uit dat de mens eerlijk is?
Kunnen we de ander werkelijk vergeven?
Jezus zegt:
Gelukkig ben je als een zuiver hart hebt,
want dan zul je God zien.
Je bent pas een echt gelukkige mens
als je alle achterbakse gedoe, alle smoesjes
en slinkse methoden achterwege laat.
Als je eerlijk bent, als je "ja" een "ja"
en je "nee" een "nee" is.
Hoe eerlijk zijn we in onze bedoelingen?
Is onze liefde oprecht en belangeloos?
Of laten we onze naaste erin lopen?
Spannen we mensen bewust
voor ons eigen karretje?
Jezus zegt:
Gelukkig ben je als je vrede brengt in de wereld,
want dan ben je een kind van God!
Mensen, volkeren zijn zo verschillend
van aard en karakter.
Ze staan soms lijnrecht tegenover elkaar.
Maar je bent pas echt gelukkig als je mensen
tot elkaar en tot eenheid weet te brengen,
zodat ze elkaar verstaan.
Als je bereid bent vrede
en goede verhoudingen op te bouwen,
thuis, in de straat, in je buurt of je werk.
Kun je ruzies bijleggen?
Ben je bereid offers te brengen
voor goede verhoudingen
in je familie of in bredere kring.
Jezus zegt:
Gelukkig ben je als je vervolgd wordt
om de gerechtigheid, want dan is de hemel voor jou!
Als je je inzet voor mensen,
dat hun recht gedaan wordt;
als je jezelf er druk voor maakt
dat ook God aan zijn rechten komt in onze wereld,
dan zal men je vaak voor dwaas uitmaken
of ouderwets noemen.
Maar een gelukkige mens, die bij God hoort,
ben je pas echt als je bereid bent
dat alles te verdragen en ondanks tegenwerking
probeert vol te houden;
als je je daardoor niet van de wijs laat brengen.
Hebben we het lef en de moed
om voor anderen op te komen?
Voor kinderen, voor ouderen
en voor wie dan ook,
wanneer die onrechtvaardig behandeld worden?
Of is misschien de eigen veiligheid
ons eerste doel?