Pasen als pelgrims van hoop!
We leven in het contract tijdperk: een wereld van bilaterale “een-tweetjes” en “onder onsjes” ! Wie is de sterke, wie de mindere? Wie wordt vazal en wie wordt heer?
Het paasfeest vertelt ons dat de macht van alle rivaliteit wordt onttroond, de dood gedood, door een weerloze luisterende Liefde. Door uw luisterend oor. Waar het laatste woord leek te hebben, de mens die alles afbrak in afwijzing. Daar breekt in kleine nog te ontraadselen tekens, het verhaal van God door als hoop. Een kruis? Een leeg graf? Verbazing maakt ons tot pelgrims van hoop. Omdat al wie echt feest kan vieren dat ook doet tegen de stroom in, ondanks de lastigheden van het leven. Het is degene die durft te waken in de paasnacht, zingend door eigen zorgen heen.
Wie kan dan het horloge thuis laten? Want in doorwaakte nachten breekt Gods tijd door vanuit en aandacht en geduld. Het uur heeft geslagen. Hij doorkruist de leegte en leeft!
Wie is Hij?
Hier is meer dan een romantisch verhaaltje, waarom zoekt gij dan nog de Levende bij de doden in spektakel? Hij werd gestript van zijn imago. Hij verloor voor Pilatus de aanspraak, als wereld verbeteraar, het koning zijn (wie zijt gij...?). Hij werd gestript als klokkenluider van de profetische waarheid (wat is waarheid?). De mensenzoon bleef voor Pilatus’ verborgen en alleen nog overeind, als zwijgende, in waardigheid als de Hoge Priester in zijn stille strijd met die hoge priester die Hem overleverde, ongemerkt via een van zijn vrienden.
Maar Hij bleef het leven uitbeelden. Hij bleef op reis als pelgrim van hoop, als priester en lam, offeraar en offer tegelijk. Hij die zich in vrij luisterende overgave geeft aan zijn Vader ... ging op reis... op het altaar van het kruis.
Dat bleef staan... onverwoestbaar in de tijd, als Nieuw Huis... als verborgen Tempel.
Het hart bleef spreken. Juist zijn doorstoken Hart als verwijzing naar zijn woord: doopt hen en in dit brood blijf ik bij je, blijf dit doen om Mij te gedenken ... Vanuit die weerloze Liefde, breekt steeds opnieuw, de schoonheid door van Gods wereld.
Wie ziet vol verwondering en optimisme steeds een open eind maar mensen oordelen? Was het daarom dat Pilatus’ het hield op de universele naklank van het leven van “de koning der Joden” en het niet aanvulde met de subjectiviteit: “Hij zegt... ik ben de koning der Joden”!
Wij wensen u van harte een zalig Paasfeest !
Pastoor Steijaert & pastor Schevers