Pausboodschap Veertigdagentijd
‘Wanneer onze God zich openbaart, begint de vrijheid.’ Met deze woorden opent paus Franciscus zijn boodschap voor de Veertigdagentijd, die op Aswoensdag, 14 februari begint. De paus maakt een vergelijking met het volk Israël, dat in het Bijbelboek Exodus door God als volgt wordt toegesproken: “Ik ben de HEER uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis” (Ex. 20, 2).
Het volk ontvangt vervolgens op hun tocht door de woestijn tien woorden als een weg naar vrijheid. ‘Wij noemen ze “geboden” en benadrukken daarmee de kracht van de liefde waarmee God zijn volk opvoedt. Het is immers een krachtige oproep, die tot de vrijheid. Deze blijft niet beperkt tot een enkele gebeurtenis, omdat zij rijpt onderweg’, schrijft paus Franciscus.
Zien en luisteren
Voor de paus is het wegtrekken uit de slavernij naar de vrijheid niet abstract maar concreet en hij noemt een eerste stap die gelovigen moeten zetten om ook hun weg door de Veertigdagentijd concreet te laten zijn. Die stap is de werkelijkheid willen zien, zoals ook God zich openbaart als een God die ziet en vooral luistert.
Paus Franciscus citeert de woorden van God: ‘“Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord; ja, Ik ken zijn lijden. Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte, om het weg te leiden uit dit land naar een land dat goed en ruim is, een land van melk en honing” (Ex. 3, 7-8). Ook vandaag de dag bereikt de kreet van zoveel onderdrukte broeders en zusters de hemel. Laten wij ons afvragen: bereikt die kreet ook ons? Schokt die ons? Ontroert die ons?’ zegt de paus.
Handelen is ook stilstaan
De paus noemt de Veertigdagentijd een tijd om te handelen, en in de Veertigdagentijd is handelen ook stilstaan. ‘Stilstaan in gebed om het Woord van God te ontvangen en stilstaan zoals de Samaritaan, in tegenwoordigheid van de gewonde broeder. De liefde voor God en de naaste is één enkele liefde. Geen andere goden hebben is stilstaan bij de tegenwoordigheid van God, bij de naaste. Daarom zijn gebed, aalmoes en vasten geen drie onafhankelijke oefeningen, maar één beweging van zich openstellen, van zelfontlediging: weg met de afgoden die ons bezwaren, weg met de gehechtheden die ons gevangen houden.’
Door te vertragen en halt te houden, de contemplatieve dimensie van het leven, in de Veertigdagentijd te herontdekken, wordt nieuwe energie gemobiliseerd. ‘In tegenwoordigheid van God worden wij zusters en broeders, ervaren wij de ander met een nieuwe intensiteit: in plaats van bedreigingen en vijanden vinden wij reisgenoten. Dit is de droom van God, het beloofde land waarnaar wij op weg zijn, wanneer wij uit de slavernij wegtrekken, aldus paus Franciscus.