In Memoriam
Pater Tonnie van Steen SVD
Antoon Josef van Steen wordt geboren op 12 februari 1917 en overlijdt op 20 augustus 2018. Op 25 augustus wordt hij begraven op het kerkhof van de kerk Antonius van Padua in Heusden (gemeente Asten).
Tonnie is op 12 februari 1917 geboren te Rotterdam als zoon van Wilhelmus van Steen en Catharina Vischer en komt als jongen bij de zusters in Den Briel in een schippersinternaat. Daar ontstaat het verlangen om priester-missionaris te worden. Via pater Jan Bot SVD komt hij naar het Missiehuis St. Willibrord te Uden. In september 1940 begint hij zijn noviciaat in Helvoirt en doet twee jaar later zijn eerste gelofte en sluit er zijn filosofiestudie af. September 1943 zou hij in Teteringen zijn theologiestudie beginnen, maar wegens de bezetting van het missiehuis wijkt de communiteit uit naar Steyl, waar de lessen doorgaan tot men beschutting moet zoeken in de kelders van Steyl en daar 100 dagen moet zien door te komen tot aan de bevrijding in maart 1945. Die 100 dagen hebben zijn gezondheid aangetast; hij blijkt TB te hebben en gaat tot kerstmis van dat jaar kuren in een sanatorium in Horn.
Tonnie wordt op 18 augustus 1946 priester gewijd. Op 20 december 1948 vertrekt hij naar Indonesië met het vrachtschip ‘Madoera’, geladen met militair materiaal. Met 24 missionarissen, waarvan tien SVD-ers gaan ze aan boord. Op 31 januari 1949 (ze moeten langs Kaap de Goede Hoop) arriveren ze in de haven van Priok. Na een driemaandencursus onder leiding van regionaal Antoon Tijssen krijgt hij een benoeming voor Adonare (een eiland bij Flores). Pater Harrie van der Hulst is de enige priester voor heel Oost-Adonare. Pater Frans Kluiters verzorgt het westelijke deel. Na enige dagen met pater Harrie van der Hulst rondgereisd te hebben gaat hij met hem naar Tanahboleng. Na de zondagsviering vertrekt Harrie en laat hem aan zijn lot over... Hij schrijft erover: “Met een gebrekkige kennis van het Maleis en enige woorden in de Solortaal. Bovendien was er grote onrust onder de mensen wegens politieke strijd”.
Drie jaar lang bezoekt hij dat gebied te voet of te paard. Maar de ontberingen en inspanningen zijn op den duur te zwaar voor zijn gestel. Februari 1953 krijgt hij last van zware hoestbuien en gaat dan in juni naar Nederland om er te kuren (Klokkenberg) en aan zijn longen geopereerd te worden. In augustus 1955 gaat hij weer terug en is dan respectievelijk werkzaam in de parochie en het kleinseminarie van Hokeng, Lewolaga, Lewotala (op Lembata), Waibalun en KiwangOna (Adonare). In 1972 volgt hij in Nemi nog de vernieuwingscursus, waar hij volop van geniet. Met veel enthousiasme schrijft hij er over. Boeiende thema’s die hem persoonlijk verder vormen en straks helpen in zijn pastoraat.
Eind 1981 komt hij voorgoed naar Nederland terug, “omdat” - zo schijft hij - “ik overtuigd ben dat wij beter plaats kunnen maken voor de vele eigen priesters van Flores”.
Om zich pastoraal te kunnen inzetten volgt hij in KdK Soesterberg een cursus ‘Nederlands pastoraat’ om zich te oriënteren op de Nederlandse situatie. De eerste tijd gaat hij her en der op assistentie. Een vaste aanstelling krijgt hij voorlopig niet, want hij is te oud... Hij wordt in 1983 assistent in de Lambertusparochie van Someren-Dorp. “Maar ik kon niet goed overweg met de pastoor. Ik moest precies doen wat hij zei”. Dan komt er een vacature voor de positie van pastoor in Heusden en in 1986 wordt hij, 70 jaar oud, door Mgr. J. ter Schure benoemd tot pastoor van de parochie H. Antonius van Padua te Heusden (gemeente Asten) voor een parttime weektaak. Daar zal hij 30 jaar lang pastor zijn.
Wat bijzonder opvalt is, dat hij steeds meer verantwoordelijkheid overdraagt aan de leken, want zo zegt hij; “Ook in de toekomst moet alles gewoon doorgaan. Want ze kunnen het!” Zijn opvatting is: “De Kerk is van het volk en als je mensen de ruimte en verantwoordelijkheid geeft, dragen zijn de kerk naar een nieuwe toekomst”. En hij verwijst dan naar zijn ervaring van Flores.
En zo wordt hij de oudste pastoor in Nederland. Aan emeritaat moet hij niet denken. “Ik heb nooit overwogen om te stoppen. Ze hebben me ooit voorgesteld om naar het rusthuis van de paters in Teteringen te verhuizen, maar daar wil ik niet naar toe”. Maar dan komt toch de tijd, dat het bezwaarlijk is om in de pastorie te blijven wonen. Daarmee kan ‘Teteringen’ een eenmaal gedane belofte niet waar maken (namelijk dat hij tot zijn honderdste verjaardag daar zou mogen blijven). Dat valt hem erg zwaar. Niet iedereen heeft daar begrip voor, maar toch wordt er vanuit Teteringen gevraagd, of hij wil komen. Zijn antwoord is: “Ik gehoorzaam, maar onder protest”. Wie alles weet zal begrijpen dat dit toch de juiste oplossing is geweest. Na zes weken voorbereiding verlaat hij de pastorie en daarmee het kostersechtpaar Jo en Martien en verhuist Tonnie op 8 november 2016 naar het Missiehuis in Teteringen. Een grote overgang.
Toch gaat hij zijn honderdste verjaardag nog groots vieren in zijn parochie op 12 februari 2017. Bij die gelegenheid blijkt hoezeer zijn parochianen hem waarderen. Iedereen is er, zelfs de Carnavalsvereniging, waar hij dan erelid van wordt. De burgemeester, enkele koren en heel veel mensen. Bij die gelegenheid zegt hij met krachtige stem: “Ik kom nog één keer terug, om hier begraven te worden”. En zo geschiedt.
De ruim anderhalf jaar dat hij in Teteringen verblijft krijgt hij een goede verzorging, in zoverre hij dat toelaat. Dat is niet altijd even gemakkelijk voor de mensen van de verzorging. Er is heel wat tact voor nodig om hem de juiste hulp te geven. Hij doet met alles mee; eerst gewoon te voet, dan wordt het met een rollator en tenslotte met een rolstoel, die hij ook vaak als rollator gebruikt. Hij zegt niet veel, maar is er toch graag bij. Zijn eentonig leven wordt regelmatig onderbroken door parochianen uit Heusden die komen kijken hoe hun pastoor het maakt. Dat wordt door hem zeer gewaardeerd.
Dan komt de fase van het vallen. Zonder te overdrijven heeft hij het laatste half jaar zeker dertien keer een val gemaakt. En het wonderlijke is, dat hij nooit iets heeft gebroken. Wel ziet hij vaak bont en blauw, maar dat deert hem niet. Hij heeft ons telkens weer verrast, dat hij na een valpartij enkele uren later weer gewoon in de eetzaal is. Om hem voor het vallen te bewaren wordt er gezorgd voor 24-uurszorg. Maar ook die kan dat niet altijd voorkomen. Er moet zelfs een keer de politie aan te pas komen om hem te bevrijden van zijn slaapkamer, waar hij net achter de deur komt te liggen. Wonderwel is hij de drie laatste dagen van vorige week weer helemaal bij de les. Bergafwaarts gaat het zondag en is hij erg onrustig. Hij komt niet meer van zijn bed af. Zijn ademhaling wordt steeds zwakker en tenslotte is het leven op. Om 10.45 uur, maandagmorgen 20 augustus, sluit hij voorgoed zijn ogen.
Een markante figuur gaat van ons heen. Zijn leven wordt vooral bepaald door telkens twee periodes van dertig jaar: de eerste als priester-missionaris op Flores in Indonesië, de tweede als pastoor van Heusden. Wonderlijk, dat de eerste periode zo van invloed is geweest op de tweede periode. Zijn ervaringen van Flores helpen hem bij de opbouw van de geloofsgemeenschap in Heusden.
Tonnie houdt zijn belofte en krijgt op zaterdag 25 augustus een feestelijk afscheid in zijn oude parochie, waar hij ook op het kerkhof wordt begraven. Hij kan met een gerust hart zijn mensen achterlaten. Daar heeft hij in zijn leven voor gezorgd. Tonnie, terima kasih, bedankt.
Teteringen, 25 augustus 2018
Kees Maas SVD