link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook

Brief paus Franciscus over seksueel misbruik

gepubliceerd: woensdag, 22 augustus 2018

Met een ver­wij­zing naar de brief van Paulus aan de Korin­tiërs (1 Kor. 12, 26) “Wanneer een lid lijdt, delen alle lede­maten in het lij­den” roept paus Fran­cis­cus alle leden van de Kerk op om solidair te zijn met de slacht­of­fers van seksueel mis­bruik door mensen van de Kerk.

De paus doet zijn oproep in een gis­te­ren ge­pu­bli­ceerde brief 'aan het Volk Gods'. Aan­lei­ding is het recente ind­ringende rapport over seksueel mis­bruik in bis­dom­men in de staat Pennsyl­vania van de Verenigde Staten.

Gruwelda­den

In zijn brief gaat de paus in op de diepe won­den van pijn en mach­te­loos­heid die veroor­zaakt zijn door seksueel mis­bruik gepleegd door pries­ters en reli­gi­euzen. Ook zegt hij: “We beseffen dat deze won­den nooit ver­dwij­nen en dat ze ons dwingen deze gruwelda­den te veroor­de­len en met vereende krachten deze cultuur van de dood uit te roeien”.

“Waar we in het verle­den rea­geer­den met nala­tig­heid, moet soli­da­ri­teit voor­taan in de diepste en meest uit­da­gende zin onze manier van han­de­len zijn in het heden en de toe­komst”, aldus paus Fran­cis­cus.

Vertaling

De bel­gische web­si­te Kerknet.be heeft een vertaling ver­zorgd die we hebben over­ge­no­men.

Brief aan het volk van God

Wanneer een lid lijdt, delen alle ledematen in het lij­den. (1 Korintiërs 12, 26) Deze woor­den van Sint-Paulus weer­klin­ken krach­tig in mijn hart als ik nogmaals het lij­den vaststel dat vele min­der­ja­rigen onder­gaan door seksueel mis­bruik, machts­mis­bruik en mis­bruik van geweten door een groot aantal gees­te­lij­ken en god­ge­wijde personen. Misda­den die diepe won­den van pijn en mach­te­loos­heid veroor­zaken, voor­na­me­lijk onder de slacht­of­fers, maar ook bij hun fami­lie­le­den en in de grotere ge­meen­schap van zowel gelo­vi­gen als niet-gelo­vi­gen.

Als we naar het verle­den kijken, weten we dat we nooit genoeg kunnen doen wanneer we om ver­ge­ving vragen en de schade proberen te her­stel­len. En als we naar de toe­komst kijken, moet geen moeite wor­den gespaard om een ​​cultuur te creëren waarin derge­lijke situaties niet meer kunnen voor­ko­men, laat staan dat ze kunnen wor­den afgedekt en daardoor besten­digd. De pijn van de slacht­of­fers en hun families is ook onze pijn. Daarom moeten we dringend nog eens ons engage­ment beves­tigen om de bescher­ming van min­der­ja­rigen en kwets­ba­re vol­was­se­nen te verzekeren.

1. Wanneer een lid lijdt...

In de afgelopen dagen werd een rapport open­baar gemaakt waarin de erva­ringen van minstens duizend over­le­ven­den wer­den be­schre­ven, allemaal slacht­of­fers van seksueel mis­bruik, machts- en gewetens­mis­bruik door pries­ters in een periode van ongeveer 70 jaar. Hoewel we kunnen zeggen dat de meeste van deze gevallen tot het verle­den behoren, hebben we toch de pijn van veel van de slacht­of­fers leren kennen.

We beseffen dat deze won­den nooit ver­dwij­nen en dat ze ons dwingen deze gruwelda­den te veroor­de­len en met vereende krachten deze cultuur van de dood te ontwor­telen.

De hartverscheurende pijn van deze slacht­of­fers, die het uitschreeuwen tot in de hemel, werd lang gene­geerd, stil gehou­den of het zwijgen opgelegd. Maar de schreeuw was krachti­ger dan alle maat­regelen die haar tot zwijgen wil­den brengen en dan beslis­singen die een oplos­sing moesten bie­den, maar het in feite nog erger maakten door in medeplich­tig­heid te vallen. De Heer hoorde die roep en liet ons opnieuw zien aan welke kant Hij staat. Maria's lied is geen vergis­sing en blijft door de eeuwen heen zacht echoën. Want de Heer herinnert zich de belofte aan onze voor­ou­ders: Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen. Die hon­ge­ren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege han­den. (Lucas 1, 51-53)

Met schaamte en berouw erkennen we als een ker­ke­lijke ge­meen­schap dat we niet waren waar we moesten zijn, dat we niet tij­dig hebben gehandeld en ons bewust waren van de omvang en de ernst van de schade die aan zoveel levens werd toe­ge­bracht. We toon­den geen zorg voor de kleinen; we lieten ze in de steek.

Ik maak me de woor­den van toen­ma­lig kar­di­naal Ratzin­ger eigen wanneer hij zich tij­dens de kruis­weg voor Goede Vrij­dag in 2005 iden­ti­fi­ceerde met de kreet van pijn van zoveel slacht­of­fers en riep: Hoeveel vuilig­heid is er in de Kerk, en zelfs onder hen die als pries­ters volle­dig aan [Christus] zou­den moeten toebe­ho­ren! Hoeveel trots, hoeveel zelf­voldaan­heid! Het verraad van Christus door zijn leer­lin­gen, hun onwaar­dige ont­vangst van zijn lichaam en bloed, is stellig het grootste leed dat de Ver­los­ser te ver­du­ren heeft; het doorboort zijn hart. We kunnen enkel tot Hem roepen vanuit de diepte van ons hart: Kyrie eleison - Heer, red ons! (Matteüs 8, 25) (negende statie).

2. ... delen alle ledematen in het lij­den

De omvang en de ernst van alles wat er is gebeurd, vereist een alom­vat­tende en ge­coör­di­neerde aanpak. Hoewel het be­lang­rijk en nood­za­ke­lijk is voor elke weg tot beke­ring om de volle waar­heid te erkennen, dit is op zich niet genoeg.

Waar we in het verle­den rea­geer­den met ver­waarlo­zing, moet soli­da­ri­teit voor­taan in de diepste en meest uit­da­gende zin onze handel­wij­ze zijn in heden en toe­komst. En dit in een omge­ving waar con­flic­ten, span­ningen en alle slacht­of­fers van elk type mis­bruik een uitgestoken hand kunnen vin­den om hen te be­scher­men en hen te red­den van hun pijn (verge­lijk Evangelii Gaudium 228).

Een derge­lijke soli­da­ri­teit vereist dat we op onze beurt alles veroor­de­len wat de in­te­gri­teit van een persoon in gevaar brengt. Een soli­da­ri­teit die ons oproept om alle vormen van corruptie te bestrij­den, vooral spi­ri­tu­ele corruptie. Dit laatste is een comfortabele en zelf­voldane vorm van blind­heid. Alles lijkt dan aanvaard­baar: bedrog, laster, egoïsme en andere subtiele vormen van ego­cen­tris­me, want ‘de satan zelf vermomt zich als een engel van het licht' (2 Korintiërs 11, 14) (Gaudete et Exsultate, 165). De aanspo­ring van Sint-Paulus om te lij­den onder hen die lij­den, is het beste tegengif tegen al onze pogingen om de woor­den van Kaïn te herhalen: Ben ik de hoe­der van mijn broer? (Genesis 4,9).

Nultole­ran­tie

Ik ben me bewust van de moeite en het werk dat in ver­schil­lende delen van de wereld wordt gedaan om de nodige manieren te vin­den om de vei­lig­heid en bescher­ming van de in­te­gri­teit van kin­de­ren en kwets­ba­re vol­was­se­nen te garan­de­ren, en ook van het implemen­te­ren van nultole­ran­tie en manieren om mensen die overtre­dingen begaan of misda­den toedekken, voor hun verant­woor­de­lijk­heid te plaatsen.

Hand in hand met die in­span­ningen moeten alle gedoopten zich betrokken voelen bij de ker­ke­lijke en sociale ver­an­de­ring die we zo hard nodig hebben. Deze ver­an­de­ring vraagt ​​om een ​​per­soon­lijke en gemeen­schap­pe­lijke beke­ring die ons de zaken doet zien zoals de Heer ze ziet. Paus Joannes Paulus II zei vaak: Als we echt opnieuw beginnen vanuit de be­schou­wing van Christus, dan leren we Hem te zien in de gezichten van de mensen met wie Hij wilde geïden­ti­fi­ceerd wor­den. (Novo Millennio ineunte, 49).

Om de reali­teit te zien zoals de Heer doet, om te zijn waar de Heer wil dat we zijn, om een ​​beke­ring van hart in zijn aanwe­zig­heid te ervaren. Om dit te doen, zullen gebed en boetedoe­ning helpen. Ik nodig het hele trouwe gelo­vi­ge volk van God uit voor een boetedoe­ning van gebed en vasten, volgens het bevel van de Heer. Dit kan ons geweten wakker schud­den en onze soli­da­ri­teit en toe­wij­ding aan­wak­ke­ren tot een cultuur van zorg die nooit meer zegt tegen elke vorm van mis­bruik.

Sterker nog, telkens wanneer we probeer­den om het Volk van God te ver­vangen, dood te zwijgen, te negeren of te verengen tot kleine elites, creëerden we ge­meen­schappen, projecten, theo­lo­gische bena­deringen, spiri­tua­li­teiten en struc­tu­ren zon­der wor­tels, zon­der geheugen, zon­der gezichten, zon­der lichamen en uit­ein­delijk zon­der leven.

Klerikalisme

Het wordt dui­de­lijk in een bepaalde opvat­ting van het gezag van de Kerk, die voor­komt in veel ge­meen­schappen waar seksueel mis­bruik en machts- en gewetens­mis­bruik plaatsvon­den. Denk aan klerikalisme, een bena­dering die niet alleen de per­soon­lijk­heid van chris­te­nen vernie­tigt, maar ook afdoet aan de genade van het doopsel, dat de Heilige Geest in het hart van ons volk uitstortte. Of klerikalisme nu door pries­ters of door leken tot stand komt, het leidt tot een snee in het ker­ke­lijke lichaam die veel van het kwaad dat we vandaag veroor­de­len, bevor­dert en in stand houdt.

Het is altijd goed te ont­hou­den dat in de heilsge­schie­de­nis de Heer één volk heeft gered. Je iden­ti­teit is niet volle­dig als je niet tot een volk behoort. Daarom is niemand alleen gered, als een geïso­leerd individu. Integen­deel, God trekt ons naar zich toe, reke­ning hou­dend met het complexe weefsel van inter­per­soon­lijke relaties in de men­se­lijke ge­meen­schap. God wilde het leven en de ge­schie­de­nis van een volk binnen­gaan. (Gaudete et Exsultate, 6).

Daarom kunnen we op dit kwaad, dat zoveel levens ver­duis­terde, alleen maar samen ant­woor­den door het te beleven als een taak die ons allemaal aangaat, als het Volk van God. Dit besef deel uit te maken van een volk en een gedeelde ge­schie­de­nis zal ons in staat stellen om onze zon­den en fouten uit het verle­den te erkennen met een berouw­volle open­heid die toelaat om van binnenuit vernieuwd te wor­den.

Vasten en gebed

De boetvaar­dige dimensie van vasten en gebed zal ons als Gods volk helpen om voor de Heer te komen staan, en voor onze gewonde broe­ders en zusters, als zon­daars die om ver­ge­ving smeken en om de genade van schaamte en beke­ring. Zo zullen we op ideeën komen voor acties en maat­regelen afgestemd op het evan­ge­lie. Want: Telkens als we de moeite doen om terug te keren naar de bron en de ori­gi­nele fris­heid van het Evan­ge­lie heront­dek­ken, ontstaan nieuwe wegen, openen zich nieuwe moge­lijk­he­den van creativi­teit, met ver­schil­lende vormen van expressie, wel­spre­ken­der tekenen en woor­den met een nieuwe bete­ke­nis voor de wereld van vandaag. (Evangelii Gaudium , 11).

Het is essentieel dat wij, als Kerk, in staat zijn om met verdriet en schaamte de wreed­he­den te erkennen en te veroor­de­len, begaan door god­ge­wijde personen, gees­te­lij­ken, en mensen belast met de missie om te zorgen voor de meest kwets­ba­ren. Laten we ver­ge­ving vragen voor onze eigen zon­den en de zon­den van anderen. Een besef van zonde helpt ons om de fouten, misda­den en won­den uit het verle­den te erkennen en maakt ons in het heden meer open en toegewijd op weg naar hernieuwde beke­ring.

Zo ook zullen boetedoe­ning en gebed ons helpen om onze ogen en ons hart voor het lij­den van andere mensen te openen en om de dorst te weerstaan naar macht en bezit, zo vaak de oor­zaak van deze vormen van kwaad. Mogen vasten en bid­den onze oren openen voor de verzwegen pijn van kin­de­ren, jon­ge­ren en ge­han­di­capten. Een vasten dat ons hon­gerig en dors­tig naar ge­rech­tig­heid kan maken en ons ertoe aanzet in de waar­heid te staan en alle gerechte­lijke maat­regelen te onder­steunen die nodig zijn. Een vasten dat ons wakker schudt en ons toegewijd maakt aan de waar­heid en de naasten­liefde met alle mannen en vrouwen van goede wil, en de samen­le­ving in het alge­meen op de strijd tegen alle vormen van machts­mis­bruik, seksueel mis­bruik en het mis­bruik van het geweten.

Op deze manier kunnen we dui­de­lijk onze roe­ping laten zien als een teken en instru­ment van communie met God en van de een­heid van het hele men­se­lijke ras. (Lumen Gentium, 1)

Als één lid lijdt, delen alle ledematen in het lij­den, zei Sint-Paulus. Door een hou­ding van gebed en boetedoe­ning, stemmen we ons als individu en als ge­meen­schap af op deze oproep, zodat we groeien in de gave van mededogen, in recht­vaar­dig­heid, preventie en herstel.

Voor­beeld nemen aan Maria

Maria koos ervoor om aan de voet van het kruis van haar Zoon te staan. Zonder aarzeling stond ze vastbera­den naast Jezus. Zo had ze haar hele leven gedaan. Als we de verwoes­ting voelen veroor­zaakt door ker­ke­lijke won­den, doen we er goed aan om met Maria meer op het gebed aan te dringen, om des te meer te groeien in liefde en trouw aan de Kerk (Sint-Ignatius van Loyola, Gees­te­lij­ke Oefe­ningen 319). Zij, de eerste van de leer­lin­gen, leert ons allen als leer­lin­gen hoe we moeten halt hou­den bij het lij­den van on­schul­digen, zon­der excuses of laf­heid.

Moge de Heilige Geest ons de genade van beke­ring schenken en de inner­lijke zal­ving die nodig is om onze wroe­ging te uiten en onze vaste wil om deze misda­den van mishan­de­ling moe­dig te bestrij­den.

Vati­caan­stad, 20 au­gus­tus 2018

Paus Fran­cis­cus

(vertaling: Kerknet.be)






Parochie
Heilige Franciscus 
Kerkstraat 4
5721 GV Asten
(0493) 69 13 15
secretariaat@rkfranciscus.nl
Google Maps
Like ons op FacebookVolg ons op X/TwitterVolg ons op Youtube Deze website is ontworpen en wordt onderhouden door iMoose