Cover van het Ierse boek ‘Here I am’ over kinderen met het syndroom van down
Onlangs ging ik bij vrienden op bezoek. Ik bel aan en word binnengelaten. Ik hoor drukte in de gang. Is er bezoek? vraag ik, bang om ze te storen. Nee, hoor. Ze komen een logeetje brengen. Mijn vrienden kregen een paar dagen een logeetje. Een meisje met het syndroom van down van een jaar of 8. Ik kan dat moeilijk inschatten. Ze is net aangekomen met haar ouders.
Ik word binnengelaten. Er is nog één plaatsje vrij, naast het meisje en ik mag daar gaan zitten. Ik ben niet zo’n held in die dingen. Ik ben niet gewend om met zo’n meisje om te gaan. Mijn verstand draait op volle toeren: wat moet ik zeggen; hoe moet ik reageren. Maar tevens maak ik me zorgen dat ik mijn onzekerheid nu niet aan de ouders van het meisje moet laten blijken.
Niemand zegt er iets. De stilte valt ineens akelig. Ik moet wat. Zo, zeg ik, en ik kijk rond. Ik kijk haar aan, nou moet ik wel. Hoe heet jij? Anita, zegt ze heel resoluut. Weer is het stil. Zo, mooie naam heb jij. Hoe heet jij, vraagt ze. Moet ik me nou de pastoor noemen, of gewoon Pieter. Ze kijkt me lachend aan en ik kan niets anders zeggen dan: Ik heet Pieter. Ze lacht.
Ik vind jou lief, zegt ze. En zonder te denken wat ik hierop moet antwoorden, komt als vanzelf: ik jou ook. En dan geeft ze me een natte zoen, bijna in mijn oog. Het is een eerlijke zoen (en zo nat dat ik me moet afvegen), maar tegelijk besef ik dat mijn ‘liefdesverklaring’ ook eerlijk is.
Alle ijs is nu gebroken. Ik heb contact gelegd. De ouders lachen me toe. Het gesprek is geen probleem. De kust is veilig. Voor Anita, voor haar ouders, voor mijn vrienden en voor mezelf.
Zonder liefde kunnen we eigenlijk niets. Blijven we vreemden voor elkaar. Anita noemde mij lief... en het ijs was gebroken. Ik zei heel eerlijk dat ik haar ook lief vond.. en we hadden een eerlijk contact.
Op de terugreis dacht ik: als mensen dat maar tegen elkaar konden zeggen: ik heb jou lief, dan zouden de relaties heel wat hartelijker zijn. Mensen ook opener en spontaner en alles een stuk minder gecompliceerd.
Gek hè, en dit is dan typisch de pastoor: heeft Jezus ook niet gezegd: hou van elkaar; zeg: Ik heb jou lief.