|
|
50. Jezus in het huis van de Vader
Lc. 2
Jezus was een gehoorzaam kind, maar Hij had ook nog een andere loyaliteit. Dat bleek, toen Hij 12 jaar was en met zijn ouders en familieleden op bedevaart ging naar de tempel in Jeruzalem. Daar hadden ze dagen lang gezongen en gebeden en geluisterd naar de bijbelverhalen en de voorschriften van de Wet Gods overwogen.
Op de terugweg bleek ’s avonds , dat Jezus niet aanwezig was in het gezelschap. Maria en Jozef zochten drie dagen in doodsangst naar Hem. Tot ze in de tempel terugkwamen en zagen, dat Jezus er rustig zat te praten met de Schriftgeleerden en leraren, die zich verbaasden over de wijsheid van zijn antwoorden.
Maria was niet zo enthousiast als de Schriftgeleerden. Geheel ontdaan verweet zij Hem: “Kind, waarom heb je ons dit aangedaan?” En heel verbaasd antwoordde Hij: “Wist u dan niet, dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?” Maar zij begrepen niet, wat Hij daarmee bedoelde. Maria, die al wat er met Jezus gebeurde, bewaarde in haar hart, zal het later wel begrepen hebben.
Jezus ging gehoorzaam met zijn ouders naar Nazareth terug, nadat Hij zijn loyaliteit jegens zijn Vader God had getoond. Hij groeide op en nam toe in wijsheid en welbehagen bij God en de mensen.
|
|