|
|
49. Het Heilig Huisgezin van Nasareth
De evangelisten vermelden niets over de kinderjaren van Jezus. We mogen aannemen, dat Maria en Jozef uitstekende ouders waren en Jezus een voorbeeldig kind. Het huisje van Nazareth moet vol vrede en harmonie zijn geweest. Maar voor de rest was het heel gewoon. Als Jezus later een heel bijzonder Iemand blijkt te zijn, zeggen zijn dorpsgenoten heel laatdunkend: “Hoe kan dat nou? Hij is toch gewoon een van ons”.
De afbeeldingen laten ook duidelijk uitkomen, hoe gewoon het er aan toe ging. Op het ene beeld is Maria brood aan het bakken en Jezus brabbelt zijn eerste woordjes. Opeens roept ze Jozef: “Kom eens gauw, hij zegt papa”.
Later zal Jezus dit woord Abba vaak in de mond nemen om ons duidelijk te maken, dat wij heel vertrouwelijk met Vader God mogen omgaan. Het andere beeld is een huiselijk tafereeltje. Maria hangt de was te drogen en Jezus zit te spelen in de timmerwinkel van Jozef. Het is allemaal zo gewoon, zo vredig, zo gelukkig in Nazareth. Overigens had dat dorp geen beste naam: “Kan er uit Nazareth iets goeds komen?” vroeg men zich af in Galilea. Het antwoord van het evangelie is: “Ja, uit Nazareth kwam de Man Gods, de beste uit de hele mensengeschiedenis”. Hij was in Nazareth opgevoed in het geloof van Israël. Daar had Hij de psalmen leren bidden en de bevrijdende boodschap van de Tora in zich opgenomen: JHWH is de God van zwakken en onderdrukten; Hij kijkt je aan met de ogen van de geringsten.
Zijn hele leven zou de consequente naleving zijn van dit geloof.
|
|