|
|
45. Geen plaats in de herberg
Lc. 2
Een sympathieke afbeelding van de herbergier van Bethlehem. Meestal werd hij gezien als een harteloze zakenman, die al gauw in de gaten had, dat er niets te verdienen viel aan dat arme stel voor zijn deur.
Maar hier wordt hij afgebeeld als een behulpzame en begripvolle man, die samen met Josef zoekt naar de beste oplossing in de gegeven omstandigheden. Hij ziet de hoogzwangere Maria op het ezeltje, haar handen beschermend om haar buik geslagen. Hij lijkt tegen Jozef te zeggen: “Hier binnen is het een grote ruimte, waar allerlei mensen hun matje uitspreiden om te gaan slapen. Een bevalling lijkt me hier niet aan te bevelen, zeker niet met de joodse reinheidswetten om geen contact te hebben met bloed. Ik heb daar achter nog een stal; probeer daar een hoek schoon te maken en een slaapplaats in te richten. Dan heb je in ieder geval privacy en je wordt niet gestoord”.
Een aardige man, die herbergier. Mensen zijn vaak niet zo beroerd als je zou denken. Toen Gods menslievendheid op aarde verscheen, trof hij in Bethlehem een welwillend mens aan. Jezus zei later van zo iemand: “Heden is aan dit huis heil ten deel gevallen”.
|
|