|
|
41. Ruth, de overgrootmoeder van David
Ruth 2
De stamboom van koning David –en dus ook van Jezus- zou een paar keer vastgelopen zijn, als niet enkele vrouwen redding hadden gebracht. En die vrouwen kwamen allemaal uit onverwachte hoek.
Ruth kwam uit het heidense Moab, dat eens door Israel was vervloekt. Maar toen in Bethlehem, ‘Huis van Brood’, geen brood meer te vinden was, trok een gezin toch maar naar Moab. Daar stierven de man en twee zonen, en moeder Noomi wilde terug naar Bethlehem. Haar schoondochter Ruth verlaat dan haar land en haar volk, want ze wil Noomi niet in de steek laten. In Bethlehem is de hongersnood voorbij en Ruth gaat aren verzamelen, die door de arbeiders zijn achtergelaten. Dat was het recht van arme mensen. Boaz, de eigenaar van de akker, ontfermt zich over de trouwe asielzoekster; ze trouwen en zo wordt Ruth de stammoeder van koning David.
Boaz ontdekt in die arme, kwetsbare en rechteloze vreemdelinge een sterke vrouw met een ontroerend trouw karakter. Als gelovige Jood kende hij Gods gebod om weduwe en wees bij te staan. Zoals er in onze tijd mensen zijn, die hun hart openen voor vluchtelingen en hun bescherming en effectieve hulp bieden. Het grote voorbeeld van deze levenswijze is Jezus, geboren in Bethlehem uit het geslacht van David.
|
|