|
|
34. De kuise Susanna
Dan. 13
Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Als alles verloren lijkt en er geen hoop meer is, grijpt God in. Dat is het leidmotief van de bijbel. God redt wie op Hem vertrouwt. Daarover gaat het verhaal van de kuise Susanna.
Het gebeurde tijdens de ballingschap. In Babel hadden sommige Joden het ver geschopt. Jojakim was een rijke man met een groot huis, waar de Joden geregeld samenkwamen. Twee ouderlingen, die belast waren met de rechtspraak, konden hun ogen niet afhouden van de mooie vrouw des huizes, Susanna. Toen zij eens in de tuin achter haar huis ging baden, stonden die twee tussen de struiken te gluren. Zij kwamen te voorschijn en zeiden: “Wees ons terwille; anders zeggen wij dat we jou betrapt hebben op overspel met een jongeman”. Susanna begon te schreeuwen ; maar het toegestroomde volk geloofde op gezag van de beide rechters de valse beschuldiging. Susanna werd ter dood veroordeeld. Ze sprak: “Liever val ik onschuldig in uw handen dan dat ik zondig tegen de Heer”.
Toen ze werd weggevoerd, riep een zekere Daniël: “Zijn jullie niet goed bij je hoofd, zonen van Israël? Veroordelen jullie iemand zonder verder onderzoek? Zet die twee mannen apart, dan zal ik hen ondervragen.” Hij stelde aan beiden de vraag: “Onder welke boom vond dat overspel plaats?” De ene zei: “Onder een mastiekboom”; de ander: “Onder een steeneik”. Zo vielen ze door de mand en werd Susanna gered. De hele vergadering barstte los in luid gejuich en men loofde God, die redt wie op Hem vertrouwt.
|
|