|
|
33. Habakuk
Dan. 14
De Joden hielden van sterke verhalen over spectaculaire ingrepen van God om zijn dienaren te helpen. Zoals het verhaal van de profeet Habakuk. Die zat op een mooie middag ergens in Judea langs de weg om zijn middagmaal te bereiden: moes en brood.
Toen kwam er een engel bij hem die zei: “In Babel zit Daniël in een leeuwenkuil gevangen; de leeuwen laten hem met rust, maar hij sterft zowat van de honger. Ga hem uw maal brengen”. Habakuk zei beteuterd: “Ik weet niet eens waar dat is”. Toen greep de engel hem bij zijn haren en overbrugde in een mum van tijd de afstand, waar de ballingen vijf maanden over gelopen hadden. Voor hij het wist zweefde Habakuk boven de leeuwenkuil en riep: “Daniël, je moet de groeten van God hebben; hier is je lunchpakket”. Een ogenblik later zat hij weer langs de weg in Judea met een lege maag maar met een warm hart.
En Daniël bad tussen de leeuwem psalm 121: “Ik sla mijn ogen op naar de bergen. Vanwaar kan ik hulp verwachten? Mijn hulp komt van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft”.
|
|