|
|
22. David en Goliat
1 Sam 17
Het spannende verhaal van de kleine David, die de woeste reus Goliat overwint, draait om het thema, dat het leidmotief is van de hele bijbel: de toekomst van het Godsvolk hangt niet af van man en macht, maar van Gods wil. Wat menselijk gesproken onmogelijk is, gebeurt toch, als God er zich mee bemoeit.
Moet u horen:
Het leger der Israëlieten stond met knikkende knieën te bibberen, toen de Filistijnen een zwaar bewapende reus ten tonele voerden. Toen kwam een herdersjongen uit Bethlehem toevallig langs en vroeg: “Wie is die onbesneden Filistijn wel, dat hij de gelederen van de levende God durft uit te dagen? Ik zal met hem vechten!” De reus zwaaide met zijn zwaard en riep: “Ben ik soms een hond, dat je met een stok op mij afkomt”. En David antwoordde: “Ik kom op jou af met de naam van de Heer van de machten”. Hij haalde zijn slinger te voorschijn en zocht een gladde steen. David was een vaardige slingeraar: bij de schapen had hij goed leren mikken om het verst afgedwaalde schaap tot de orde te roepen. Hij trof de reus op zijn voorhoofd en onthoofdde hem met diens eigen zwaard.
Volgens de beeldhouwer staat hij zelf beteuterd te kijken bij dit onverwacht succes. De Filistijnen waren zo overdonderd, dat ze massaal op de vlucht sloegen. Alle verhalen, psalmen, legenden en geloofsgetuigenissen van Israël verkondigen in alle toonaarden deze heilige overtuiging: als God aan jouw kant staat, wordt het onmogelijke toch waar. Dat gelovige vertrouwen van het Godsvolk hebben we tegenwoordig hard nodig!
|
|