|
|
16. Mozes als middelaar
Ex 17
Op hun tocht door de woestijn werden de Israëlieten herhaaldelijk aangevallen door stammen, die daar woonden en die niets moesten hebben van die vreemdelingen. Zo trok Amalek op tegen Israël en het werd een hevige veldslag. Mozes stond op een berg en bad met opgeheven armen. Als hij ze van vermoeidheid liet zakken, was Amalek aan de winnende hand; hief Mozes zijn armen weer op, dan wonnen de Joden. Toen kwamen er twee mannen, die Mozes’ armen ondersteunden, totdat de strijd gestreden was.
Het gaat hier niet om zomaar een veldslag. Het gaat om de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Amalek staat voor het heidendom, Mozes voor het Godsgeloof en de Tora, de Wet Gods. Het is de strijd van alle tijden en alle plaatsen. Daarbij hebben we niet alleen strijders nodig, maar ook bidders, mensen die om Gods bijstand smeken.
Er zit nog een bemoedigende les in dit verhaal. Toen Mozes uitgeput raakte, aanvaardde hij dankbaar de hulp van die twee mannen. Zo zal Jezus op zijn kruisweg dankbaar de hulp aanvaarden van Simon van Cyrene.
Het is geen schande om zwak en hulpbehoevend te zijn; we zijn in het goede gezelschap van Mozes en Jezus, als we de zorg van anderen mogen aanvaarden.
|
|