|
|
12. Jozef, verworpen en verheven
Gen 37 en 45
Vader Jacob had 12 zonen; de bekendste is Jozef, de zoon die zijn lievelingsvrouw Rachel hem schonk in zijn ouderdom. De Jozefcyclus vormt het laatste kwart van Genesis en wordt een hoogtepunt van de wereldliteratuur genoemd. Vondel heeft de Jozefverhalen prachtig herverteld in twee toneelstukken; Rembrandt heeft ze schitterend uitgebeeld.
Zijn levensgeschiedenis gaat van vernedering naar verheffing. Zijn broers haatten hem en gooien hem in een droge put, tot ze hem als slaaf verkopen. In Egypte raakt hij nog dieper in de put: hij zit jarenlang in de gevangenis na een valse beschuldiging. Maar als hij de dromen van de Farao kan verklaren en hem bovendien met wijze raad bijstaat, wordt hij verheven tot onderkoning.
De climax van het verhaal is, dat zijn broers, door hongersnood gedreven, graan gaan kopen in Egypte. Jozef is door zijn Godsvertrouwen altijd op de been gebleven en begrijpt nu, dat Gods hand hem door alle wederwaardigheden heen heeft geleid om zijn stam te redden. Hij test zijn broers, of zij hun leven gebeterd hebben en maakt zich dan aan hem bekend. Hij laat zijn vader met al diens nazaten overkomen naar Egypte, waar zij uitgroeien tot een groot volk.
Jozef wordt wel gezien als een voorafbeelding van Jezus: zoals Jozef werd Jezus verkocht voor een zak zilverlingen en daalde af in de gevangenis, voordat hij hoog werd verheven.
|
|