|
|
8. Abraham tussen twee vuren
Gen 21
God had Abraham een talrijk nageslacht beloofd, maar Sara bleef onvruchtbaar en onderhand viel er aan kinderen niet meer te denken. Toen zei Sara tegen Abraham: “Laat mijn slavin Hagar voor mij een kind baren uit jouw zaad”. Dit soort draagmoederschap was niet ongewoon in die tijd.
Hagar baarde Ismael en die ging voor problemen zorgen. Want Hagar ging haar meesteres minachten en beschimpen om haar onvruchtbaarheid. En toen Sara wonder boven wonder toch haar zoon Isaak kreeg, bleef de naijver tussen de twee vrouwen bestaan.
Abraham stond wanhopig tussen beide kijvende moeders van zijn zonen: Isaak, het kind van de belofte en Ismael, het kind van de berekening. En die werd het kind van de rekening, want Sara eiste, dat de slavin met haar zoon de woestijn in werd gestuurd.
Voor Abraham was het een drama om zijn eerste zoon kwijt te raken; zoals het altijd een drama gebleven is tot in onze tijd: het is nooit meer goed gekomen tussen Isaak en Ismael. Mogen joden en islamieten, Israëli’s en Palestijnen door hun gemeenschappelijke stamvader tenslotte tot verzoening komen.
|
|