|
|
5. De ark van Noach
Gen 6-8
De mensheid draagt herinneringen met zich mee aan overstromingen en tsunami’s van enorme omvang. Er zijn wel 70 zondvloedverhalen in allerlei culturen en religies. Israël heeft zijn eigen versie, waarin God optreedt als bevrijder.
Hij geeft Noach opdracht om een grote ark te bouwen en er met zijn gezin en allerlei dieren in te gaan. Toen werden de sluizen des hemels geopend en de woeste wateren verdelgden alle leven op aarde. Tenslotte zakte het water en keerde een duif terug met een olijftak in zijn snavel. Er verscheen een regenboog aan de hemel en God sprak: “Mijn boog stel ik in de wolken als teken van het Verbond tussen Mij en de aarde: nooit meer zal er een zondvloed komen om de aarde te verdelgen”.
Aanleiding tot de zondvloed was, dat de mensen zorgeloos waren en van kwaad tot erger vervielen. De wereld was zo vol boosheid, dat God spijt kreeg van zijn schepping. Maar er staat uitdrukkelijk bij, dat God er veel verdriet van had en via Noach en zijn ark opende God de toekomst voor mens en dier.
Het verhaal van Noach gaat over de mens, dus ook over ons: over ons omgaan met God, met leven en dood, met schuld en vergeving, angst en vertrouwen. God gaf ons de opdracht om de aarde te maken tot een land, waar het goed is om te leven voor iedereen. Door menselijke schuld komt er telkens de klad in. Maar na ieder onweer staat er weer een regenboog aan de hemel, teken van hoop.
De beeldhouwer lost het ruimteprobleem van de ark op een Amerikaanse manier op door er een wolkenkrabber van te maken. Rechts bovenin zijn er een paar bezig met: Gaat en vermenigvuldigt u! En op het dak kraait een haan victorie. Een geestig beeld.
|
|